De operatie borstverkleining

De operatie

U wordt op de dag van de operatie opgenomen. Direct voorafgaand aan de operatie ziet u dr. Melenhorst en kunt u eventuele vragen stellen. Met een watervaste stift markeert dr. Melenhorst het operatieplan op uw lichaam.

 

De borstverkleining vindt plaats onder algehele narcose en duurt ongeveer 1,5 uur.

 

De details van de operatie verschillen per persoon, maar vrijwel altijd is het nodig om het overschot aan borstweefsel aan de onderkant van de borst te verwijderen. De tepel wordt een stuk naar boven verplaatst.

 

Bij deze operatie is het nodig om een incisie (snede) in de huid te maken rondom de tepel, en vanaf de tepel recht naar beneden. Dit wordt de sleutelgat techniek genoemd (zie figuur 1 en zie figuur 2). Soms is het nodig deze snede uit te breiden in de onderplooi van de borst. De uiteindelijke littekens komen op deze plekken terecht en zijn voor een groot deel verborgen als rand van de tepelhof en in de natuurlijke onderplooi van de borst. Deze techniek wordt het Wise-patroon genoemd en het resulteert in een ankervormig litteken (zie figuur 3 en zie figuur 4). Na het verwijderen van het overschot aan borstweefsel en huid plaatst dr. Melenhorst enkele hechtingen om de borst de natuurlijke vorm te geven. Het gewicht van het verwijderde borstweefsel wordt gemeten, waardoor eventuele verschillen tussen links en rechts worden vastgesteld. Daarna wordt de operatietafel in zitstand geknikt, zodat dr. Melenhorst kan beoordelen of er een goede symmetrie is bereikt tussen beide borsten. Hierbij wordt gelet op de grootte, vorm en de positie van de tepels. Zo nodig worden nog kleine aanpassingen gedaan. Tenslotte wordt de huid met een oplosbare hechtdraad in lagen gesloten. Er worden geen drains achtergelaten.

 

Na de operatie

Na de operatie komt u bij in de uitslaapkamer. U blijft 1 nacht opgenomen. Dr. Melenhorst komt langs om te kijken hoe het met u en het operatiegebied gaat.

 

Op de dag van de operatie komt u uit bed en in beweging. Ook mag u vanaf de 1e dag na de operatie douchen. Wanneer u de operatiegebieden voorzichtig droogdept is dit veilig voor de wonden en blijven de pleisters goed zitten. In bad of sauna is de eerste drie weken niet toegestaan.

 

Na een borstverkleining draagt u gedurende tenminste twee weken dag en nacht een ondersteunende (sport)beha.

 

De eerste weken na de operatie is het belangrijk om te bewegen en in beweging blijven, maar probeer overbelasting te voorkomen. Een wandeling maken en met de armen bewegen is toegestaan, zolang u geen grote kracht zet. Computerwerkzaamheden zijn voor de genezing geen probleem. Vanaf de 3e tot en met de 6e week na de operatie mag u nog geen zware lichamelijke activiteiten uitvoeren, zoals intensief sporten of ramen wassen. Lichtere activiteiten, zoals het maken van een fietstochtje, zijn wel toegestaan. Na 6 weken mag u alles weer doen zoals u dat gewend was.

 

Vanzelfsprekend ziet u dr. Melenhorst terug voor controle. De eerste keer is één tot twee weken na de operatie om de wondgenezing te vervolgen. Na 3 tot 6 maanden kan het eindresultaat worden beoordeeld.

Figuur 1. Sleutelgat

De sleutelgattechniek. Hierbij wordt de tepel omsneden, evenals de huid naar beneden toe, in het patroon van een sleutelgat. Via deze weg kan overtollig borstweefsel worden verwijderd. 


Figuur 2. Sleutelgatmethode, vervolg

Fase 2 van de sleutelgatmethode is het liften van de tepel. De tepel zit in de diepte nog vast aan het borstweefsel, en dit kan als in het geheel naar boven worden geschoven. Hierdoor verplaatst de tepel omhoog.


Figuur 3. Wise patroon borstverkleining

Planning van de omsnijding van de tepel, en het verwijderen van overschot uit de onderkant van de borst. De tepel zit in de diepte nog vast aan het borstweefsel, en dit kan in het geheel naar boven worden geschoven. Hierdoor verplaatst de tepel omhoog en ontstaat een lift van de borst. 


Figuur 4. Littekens na borstverkleining met Wise patroon

Eindresultaat en positie van de littekens na een borstverkleining volgens het Wise patroon. De littekens bevinden zich rondom de tepelhof, van daaruit recht naar beneden en horizontaal in de onderplooi van de borst.


Omhoog